In deze eerste aflevering van onze Hondenweetjes vertellen we wat meer over de opvoeding van een pup. Het eerste deel van de ontwikkeling van een pup speelt zich af bij de fokker. Pups die bij de fokker in huis opgroeien met de moederhond als rolmodel, die vroeg leren omgaan met volwassenen, kinderen, bezoek, andere huisdieren en omgevingsprikkels als telefoon, bel, enz. kunnen later beter met spanning en frustratie omgaan. Op deze manier kan de pup eigenschappen van voorwerpen, geluiden en levende wezens leren kennen en ze als normaal gaan beschouwen.
Bovengenoemde ervaringen of het juist niet opdoen daarvan hebben een sterke blijvende invloed op het latere gedrag. Het onvoldoende gesocialiseerd raken kan probleemgedrag veroorzaken zoals angst- en vermijdingsgedrag maar ook angstagressie. Na de 12e week wordt de eerste socialisatiefase afgesloten. Een slechte socialisatie is jammer genoeg onomkeerbaar.
Richtlijnen voor een goede socialisatie (3e-12e week)
Laat je hond kennis maken met:
- Andere mensen (man, vrouw, groot, klein, anders gekleurd, met hoofddeksels, paraplu, rolstoel etc.).
- Andere dieren (konijn, kat, paard, schaap, fret, koe, hert etc.)
- Omgeving (tram, trein, bus, auto, winkelstraat, markt etc.)
- Andere honden: (herkenning van uiterlijke kenmerken van soortgenoten. (oren, staart, vacht, grootte, vorm van kop, tekening etc.)
Socialiseren, hoe doe je dat?
Nadat de pup bij de fokker is opgehaald breekt voor de eigenaar misschien wel het belangrijkste deel van de opvoeding aan. Op de eerste plaats is het goed te bedenken, hoeveel, hoelang, waar en hoe je de pup die hiervoor genoemde omgevingsprikkels gaat aanbieden.
Enkele voorbeelden:
- Socialiseren op katten; laat je pup rustig kennis maken met een poes die rustig is en niet wegrent; anders leert de pup al op jonge leeftijd hoe leuk najagen is!
- Socialiseren op de markt; neem je pup op de arm voordat je de markt oploopt. Zo kan hij rustig de omgeving bekijken, zonder gevaar te lopen . Er zijn veel benen, tassen en wielen van kinderwagens!
- Socialiseren op het schoolplein; neem je pup ook hier op de arm vóórdat je het schoolplein oploopt en laat hem vanaf die veilige plek kijken naar de rennende, lawaaiige kinderen met graaivingertjes.
- Socialiseren op honden; zoek veilige leermomenten; op de hondenschool bijv. of vraag of je mee mag lopen met iemand met een rustige, sociale hond als rolmodel. Vergeet niet eerst aan de eigenaar van een onbekende hond te vragen of zijn hond sociaal is met pups. Door felle schrik of pijn kan je pup een traumatische ervaring oplopen!
- Waar moet je mee oppassen; Als je pup nog niet volledig is geënt, blijf dan uit te buurt van drukke uitlaatplaatsen. Waar je ook mee moet oppassen is de lengte van een wandeling met je pup. Wees zuinig op het bewegingsapparaat van je hond! Een veilige richtlijn is de volgende: loop, per keer, niet langer dan het aantal maanden x 5 minuten.
Je hond een groepsdier
De hond kan als afstammeling van de wolf beschouwd worden als een groepsdier. Binnen de groep (lees ook: het gezin) bestaat een rangorde en de hond zal proberen binnen die rangorde te stijgen. Goede leiders (de gezinsleden) zorgen er echter voor dat de hond zijn plaats altijd weet, namelijk de laagste plaats in de rangorde. Dit kan alleen door altijd consequent te blijven en de hond niet zijn zin te geven. Als dat toch gebeurt, loop je het risico dat het dier de leiding gaat overnemen en ongehoorzaam, onvoorspelbaar en agressief gedrag gaat vertonen. In het algemeen geldt dat je je correctie aanpast aan je hond en altijd corrigeert op een manier die hij snapt. Sla nooit een hond, maar beloon wel altijd direct na het vertoonde gewenste gedrag. Anders weet de hond niet meer welke relatie bestaat tussen zijn gedrag en de gekregen beloning.
Op een puppycursus leert de hond op speelse wijze om te gaan met andere honden. Daarnaast leert hij er gehoorzaamheid aan. Dit kan door de hond na ieder gewenst gedrag, zoals naar je toe komen als je hem roept, zitten, liggen enzovoort direct te belonen. Belonen betekent met warme stem vriendelijk toespreken en een aai over z’n kop geven. Soms kan ook een (honden)koekje of een brokje worden gegeven. Als de hond echt niet luistert, is het vaak al voldoende om even met een harde, lage stem te corrigeren.
Bron: huisdieren.nu
De clickermethode
Er zijn nogal wat verschillende trainingsmethodes voor jonge honden. Een heel bekende en veel gebruikte trainingsmethode is de zogenaamde clickermethode. Je werkt dan met een clicker in je hand, die op alle mogelijke manieren wordt gebruikt. Wat is een clicker? De clicker is een klein doosje met daarin een metalen plaatje. Als je op dit plaatje drukt, maakt het doosje een typisch klikklak geluidje. Sommige mensen kennen het speeltje nog van vroeger als een klein metalen kikkertje dat ook het typische klikklak geluidje maakte.
Het gebruik van de clicker als trainingsmiddel stamt uit de zoogdiertraining, o.a. dolfijnen worden ermee getraind.
Hoe gebruik je de clicker?
Wanneer de hond de betekenis van de clicker is aangeleerd gebruik je de clicker om de hond te laten weten dat het gedrag wat hij op dat moment vertoont het gewenste gedrag is. Je wilt bijvoorbeeld je hond leren zitten: op het moment dat de hond uit zichzelf gaat zitten click je en geef je hem zijn beloning. Wanneer dit een aantal maal herhaald wordt zal de hond de bedoeling begrijpen en uit zichzelf gaan zitten. Als dit gedrag er goed in zit kan men er een commando eraan verbinden. Het dier weet dan dat als het dat geluidje hoort, er iets leuks gaat gebeuren. Als je nu steeds op het moment dat de hond gaat zitten klikt en hem vervolgens beloont, leert hij dat gaan zitten leuke gevolgen heeft. Hij associeert het moment van de klik met de beloning, niet het moment dat hij de daadwerkelijke beloning krijgt.
Waarom is de clicker zo’n goed middel?
Het voordeel van de clicker is dat men het juiste moment, het moment waarop het gedrag wordt getoond, kan “pakken”, anders dan met het geven van iets lekkers wat altijd pas na het gedrag gedaan kan worden.
Nu is deze methode niet zo strak dat alleen dit geluidmakertje zou mogen worden gebruikt: een andere geluidje, een tongklak of een fluitsignaal (dolfijnen) bijvoorbeeld, of een gebaar er is van alles mogelijk. De clicker zelf heeft de volgende voordelen en eigenschappen:
- Kort geluid: hiermee is het mogelijk precies een bepaald gedrag te markeren. Bij een langer geluid (bijvoorbeeld “goed zo”) kan de hond al drie verschillende gedragingen hebben vertoond voordat het geluid is afgelopen.
- Uniek geluid, in tegenstelling tot de stem, die we de hele dag gebruiken voor allerlei (voor de hond) onzinnig gebabbel. Hierdoor is een woord voor hem moeilijk herkenbaar, zelfs als het op een andere toon wordt uitgesproken.
- Door deze twee eigenschappen ontstaat een duidelijke informatie-overdracht: “DIT gedrag is goed”.
- Op afstand te gebruiken. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een brokje geven, wat op een meter afstand al onmogelijk goed te timen is.
- Het markeert het einde van de oefening. Na de klik is de oefening dus afgelopen. Na het brokje kan de hond de volgende klik proberen te verdienen.
- Gemakkelijk te bedienen.
- Klein en hanteerbaar.
- Het is een brugsignaal: het geluidje legt het verband en overbrugt de tijd tussen het goede gedrag en de eigenlijke beloning. Bij gevorderde honden heb je na de klik de tijd om een brokje uit je zak te halen.
Razendsnel leren
Doordat alleen gewenst gedrag beloond (lees aangeklikt) wordt gaat het leerproces razendsnel, want een hond zal gedrag wat beloond wordt herhalen. Een tweede voordeel is dat de hond niet gedwongen wordt iets te doen, waardoor het leerproces veel sneller verloopt.
Bron: martingausleiden.nl
Bron: kc-delft.nl