In deze eerste aflevering van onze Hondenweetjes vertellen we wat meer over de opvoeding van een pup. Het eerste deel van de ontwikkeling van een pup speelt zich af bij de fokker. Pups die bij de fokker in huis opgroeien met de moederhond als rolmodel, die vroeg leren omgaan met volwassenen, kinderen, bezoek, andere huisdieren en omgevingsprikkels als telefoon, bel, enz. kunnen later beter met spanning en frustratie omgaan. Op deze manier kan de pup eigenschappen van voorwerpen, geluiden en levende wezens leren kennen en ze als normaal gaan beschouwen.
Bovengenoemde ervaringen of het juist niet opdoen daarvan hebben een sterke blijvende invloed op het latere gedrag. Het onvoldoende gesocialiseerd raken kan probleemgedrag veroorzaken zoals angst- en vermijdingsgedrag maar ook angstagressie. Na de 12e week wordt de eerste socialisatiefase afgesloten. Een slechte socialisatie is jammer genoeg onomkeerbaar.
Richtlijnen voor een goede socialisatie (3e-12e week)
Laat je hond kennis maken met:
- Andere mensen (man, vrouw, groot, klein, anders gekleurd, met hoofddeksels, paraplu, rolstoel etc.).
- Andere dieren (konijn, kat, paard, schaap, fret, koe, hert etc.)
- Omgeving (tram, trein, bus, auto, winkelstraat, markt etc.)
- Andere honden: (herkenning van uiterlijke kenmerken van soortgenoten. (oren, staart, vacht, grootte, vorm van kop, tekening etc.)
Socialiseren, hoe doe je dat?
Nadat de pup bij de fokker is opgehaald breekt voor de eigenaar misschien wel het belangrijkste deel van de opvoeding aan. Op de eerste plaats is het goed te bedenken, hoeveel, hoelang, waar en hoe je de pup die hiervoor genoemde omgevingsprikkels gaat aanbieden.
Enkele voorbeelden:
Socialiseren op katten; laat je pup rustig kennis maken met een poes die rustig is en niet wegrent; anders leert de pup al op jonge leeftijd hoe leuk najagen is!
- Socialiseren op de markt; neem je pup op de arm voordat je de markt oploopt. Zo kan hij rustig de omgeving bekijken, zonder gevaar te lopen . Er zijn veel benen, tassen en wielen van kinderwagens!
- Socialiseren op het schoolplein; neem je pup ook hier op de arm vóórdat je het schoolplein oploopt en laat hem vanaf die veilige plek kijken naar de rennende, lawaaiige kinderen met graaivingertjes.
- Socialiseren op honden; zoek veilige leermomenten; op de hondenschool bijv. of vraag of je mee mag lopen met iemand met een rustige, sociale hond als rolmodel. Vergeet niet eerst aan de eigenaar van een onbekende hond te vragen of zijn hond sociaal is met pups. Door felle schrik of pijn kan je pup een traumatische ervaring oplopen!
- Waar moet je mee oppassen; Als je pup nog niet volledig is geënt, blijf dan uit te buurt van drukke uitlaatplaatsen. Waar je ook mee moet oppassen is de lengte van een wandeling met je pup. Wees zuinig op het bewegingsapparaat van je hond! Een veilige richtlijn is de volgende: loop, per keer, niet langer dan het aantal maanden x 5 minuten.
Je hond een groepsdier
De hond kan als afstammeling van de wolf beschouwd worden als een groepsdier. Binnen de groep (lees ook: het gezin) bestaat een rangorde en de hond zal proberen binnen die rangorde te stijgen. Goede leiders (de gezinsleden) zorgen er echter voor dat de hond zijn plaats altijd weet, namelijk de laagste plaats in de rangorde. Dit kan alleen door altijd consequent te blijven en de hond niet zijn zin te geven. Als dat toch gebeurt, loop je het risico dat het dier de leiding gaat overnemen en ongehoorzaam, onvoorspelbaar en agressief gedrag gaat vertonen. In het algemeen geldt dat je je correctie aanpast aan je hond en altijd corrigeert op een manier die hij snapt. Sla nooit een hond, maar beloon wel altijd direct na het vertoonde gewenste gedrag. Anders weet de hond niet meer welke relatie bestaat tussen zijn gedrag en de gekregen beloning.
Op een puppycursus leert de hond op speelse wijze om te gaan met andere honden. Daarnaast leert hij er gehoorzaamheid aan. Dit kan door de hond na ieder gewenst gedrag, zoals naar je toe komen als je hem roept, zitten, liggen enzovoort direct te belonen. Belonen betekent met warme stem vriendelijk toespreken en een aai over z’n kop geven. Soms kan ook een (honden)koekje of een brokje worden gegeven. Als de hond echt niet luistert, is het vaak al voldoende om even met een harde, lage stem te corrigeren.
Bron: huisdieren.nu
De clickermethode
Er zijn nogal wat verschillende trainingsmethodes voor jonge honden. Een heel bekende en veel gebruikte trainingsmethode is de zogenaamde clickermethode. Je werkt dan met een clicker in je hand, die op alle mogelijke manieren wordt gebruikt. Wat is een clicker? De clicker is een klein doosje met daarin een metalen plaatje. Als je op dit plaatje drukt, maakt het doosje een typisch klikklak geluidje. Sommige mensen kennen het speeltje nog van vroeger als een klein metalen kikkertje dat ook het typische klikklak geluidje maakte.
Het gebruik van de clicker als trainingsmiddel stamt uit de zoogdiertraining, o.a. dolfijnen worden ermee getraind.
Hoe gebruik je de clicker?
Wanneer de hond de betekenis van de clicker is aangeleerd gebruik je de clicker om de hond te laten weten dat het gedrag wat hij op dat moment vertoont het gewenste gedrag is. Je wilt bijvoorbeeld je hond leren zitten: op het moment dat de hond uit zichzelf gaat zitten click je en geef je hem zijn beloning. Wanneer dit een aantal maal herhaald wordt zal de hond de bedoeling begrijpen en uit zichzelf gaan zitten. Als dit gedrag er goed in zit kan men er een commando eraan verbinden. Het dier weet dan dat als het dat geluidje hoort, er iets leuks gaat gebeuren. Als je nu steeds op het moment dat de hond gaat zitten klikt en hem vervolgens beloont, leert hij dat gaan zitten leuke gevolgen heeft. Hij associeert het moment van de klik met de beloning, niet het moment dat hij de daadwerkelijke beloning krijgt.
Waarom is de clicker zo’n goed middel?
Het voordeel van de clicker is dat men het juiste moment, het moment waarop het gedrag wordt getoond, kan “pakken”, anders dan met het geven van iets lekkers wat altijd pas na het gedrag gedaan kan worden.
Nu is deze methode niet zo strak dat alleen dit geluidmakertje zou mogen worden gebruikt: een andere geluidje, een tongklak of een fluitsignaal (dolfijnen) bijvoorbeeld, of een gebaar er is van alles mogelijk. De clicker zelf heeft de volgende voordelen en eigenschappen:
- Kort geluid: hiermee is het mogelijk precies een bepaald gedrag te markeren. Bij een langer geluid (bijvoorbeeld “goed zo”) kan de hond al drie verschillende gedragingen hebben vertoond voordat het geluid is afgelopen.
- Uniek geluid, in tegenstelling tot de stem, die we de hele dag gebruiken voor allerlei (voor de hond) onzinnig gebabbel. Hierdoor is een woord voor hem moeilijk herkenbaar, zelfs als het op een andere toon wordt uitgesproken.
- Door deze twee eigenschappen ontstaat een duidelijke informatie-overdracht: “DIT gedrag is goed”.
- Op afstand te gebruiken. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een brokje geven, wat op een meter afstand al onmogelijk goed te timen is.
- Het markeert het einde van de oefening. Na de klik is de oefening dus afgelopen. Na het brokje kan de hond de volgende klik proberen te verdienen.
- Gemakkelijk te bedienen.
- Klein en hanteerbaar.
- Het is een brugsignaal: het geluidje legt het verband en overbrugt de tijd tussen het goede gedrag en de eigenlijke beloning. Bij gevorderde honden heb je na de klik de tijd om een brokje uit je zak te halen.
Razendsnel leren
Doordat alleen gewenst gedrag beloond (lees aangeklikt) wordt gaat het leerproces razendsnel, want een hond zal gedrag wat beloond wordt herhalen. Een tweede voordeel is dat de hond niet gedwongen wordt iets te doen, waardoor het leerproces veel sneller verloopt.
Bron: martingausleiden.nl
Bron: kc-delft.nl
Naarmate de hond ouder wordt, neemt de kans op problemen toe. Hieronder vind je enkele tips over de voeding en verzorging van de oudere hond.
Leeftijd
Wat is oud? Vaak zegt men dat een hondenjaar gelijk staat aan zeven mensen jaren. Dit klopt niet helemaal. Kleine hondenrassen kunnen vaak hoge leeftijden bereiken, terwijl de grote rassen niet zo oud worden. Voor kleine rassen is 14-16 jaar geen uitzondering, terwijl sommige grote rassen blij mogen zijn als ze de 10 jaar halen.
Ook het verhaal dat kruisingen ouder zouden worden dan rashonden is niet juist.
Als we rekening houden met de grootte van de hond dan is er voor de levensverwachting niet veel verschil tussen rashonden en kruisingen.
Bron: www.hillspet.nl
Voeding en verzorging
Wanneer uw hond zijn senior levensfase nadert, is het verstandig zijn voeding aan te passen zodat de voedingsstoffenbalans beter afgestemd is op de lichamelijke veranderingen die hij ondergaat. Spierweefsel moet in conditie worden gehouden met eiwitten van hoge kwaliteit, terwijl een minder actief gedrag betekent dat minder calorieën waarschijnlijk beter voor hem zullen zijn. Naarmate zijn spijsverteringssysteem kwetsbaarder wordt, zal hij ook zijn voordeel doen met speciale voedingstoffen die de gezondheid van zijn darmen ondersteunen.
Bron: www.causus.be
Waar kan de oudere hond last van hebben?
Hier onder enkele vaak bij de oudere hond voorkomende aandoeningen met bijbehorende verschijnselen.
Gebitsproblemen
Aangetaste kiezen of tanden en zichtbaar tandsteen met daardoor ontstoken tandvlees kunnen leiden tot verschijnselen als uit de bek stinken, minder eetlust en het weigeren van warm of koud voer. Uiteindelijk kan de hond ook ziek worden door het zich naar de nieren verplaatsen van de in de bek aanwezige infecties.- Hartproblemen
Vooral door een slecht gebit kunnen bacteriën de bloedbaan binnendringen en de hartklep beschadigen. Een lekkende hartklep is een vaak voorkomend probleem bij de oudere hond. Kenmerkend zijn, naast af en toe een hoestje of kuchje, vooral een verminderd uithoudingsvermogen en moeilijkheden bij warm weer. Echo en röntgen geven een goed beeld van het stadium van ontwikkeling van deze problemen bij de hond. . Artrose
Veel oudere honden krijgen in een of meerdere gewrichten last van artrose. Onder meer overwicht speelt daarbij een rol. Aangetoond is dat hierbij het verhoogde vetpercentage een belangrijker factor is dan het te hoge gewicht op zich.
Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden om het welzijn van dieren met deze aandoening te verbeteren. Dit o.a. met speciaal dieetvoer en met nieuw ontwikkelde pijnstillers. Raadpleeg voor die pijnstillers je dierenarts.- Incontinentie
Soms ontstaat bij gesteriliseerde teven op latere leeftijd incontinentie. Dit valt op door natte plekken in de mand. Medicijnen kunnen helpen. Overigens kan ook een blaasontsteking vergelijkbare verschijnselen geven. Prostaatproblemen
Niet-gecastreerde oudere reuen kunnen problemen met de prostaat krijgen. Deze aandoening is zelden kwaadaardig. Verschijnselen zijn onder andere moeite met plassen en verlies van wat bloed uit de penis. Medicijnen al dan niet met chirurgische of hormonale castratie kan uitkomst bieden.- Verlies van gezichtsvermogen
Bij de oudere hond komt vaak een vorm van cataract of staar voor. Oorzaak is een vertroebeling van de lens door een veranderde structuur. Het is een vrij normaal proces bij de oudere hond waar het dier meestal goed mee kan leven, mede door zijn goede neus. Het verwijderen van de troebele lens en zelfs vervangen door een kunstlens is technisch mogelijk. Maar de bijdrage in de kwaliteit van leven is bij de meeste honden beperkt. Naast deze vorm van ouderdomsstaar kan bij(jonge) honden staar ook wijzen op een aandoening zoals suikerziekte. Verlies van gehoorvermogen
Dit komt vaak bij oudere honden voor. Op zich is er weinig aan te doen. Wel moet erop worden opgelet dat dit verminderde gehoor niet wordt veroorzaakt door een eventuele oorontsteking en/of veel vuil in de uitwendige gehoorgang.- Tumoren
Helaas komen tumoren bij de oudere hond frequent en in vele soorten en maten voor. Met een punctie in combinatie met goed microscopisch onderzoek is meestal ter plekke vast te stellen of het om een goedaardig proces of om kwaadaardige tumoren gaat. Gedragsveranderingen en dementie.
Hoewel het bestaan van dementie bij honden nog niet echt is bewezen, zijn er wel kenmerken waar te nemen die bij dementie passen. Dit zijn onder andere: ander gedrag zich uitend in absenties. onrust, agressiviteit ,incontinentie, desoriëntatie in tijd en plaats, zwerfgedrag, gestoord slaapgedrag en het verdwijnen van doelgericht gedrag.
Bron: www.ossehoofd.nl
Beweging
Een oudere hond wordt door sommige baasjes jammer genoeg alleen maar met rust gelaten. ‘Ach, hij is al een dagje ouder, ik laat hem maar de hele dag lekker liggen’, is een veel gehoord ‘excuus’. En hoewel oudere honden meer rusten en sneller aan hun taks zitten qua beweging, is het juist nu belangrijk dat ze voldoende blijven bewegen. De gewrichten zijn stijver en het spierweefsel is niet meer wat het geweest is, maar als er minder of helemaal niet meer met een oude hond wordt gelopen, gaat zijn conditie alleen maar harder achteruit. Stilstand is achteruitgang, zo zegt men – en dat is in dit geval een waarheid als een koe. Om de gewrichten soepel te houden en de spieren in vorm, is beweging dus van groot belang.
Wandel wat vaker per dag met je oudere hond, maar dan over kortere afstanden. Laat je oudje gerust lekker uitgebreid snuffelen aan elke lantaarnpaal of elke struik die hij tegenkomt. Hij blijft zo op de hoogte van wat er in de buurt op hondengebied allemaal gebeurt.
En als je eens een strandwandeling met hem wil maken? Gewoon doen, maar hou het kort en loop langzaam zodat hij niet zijn uiterste best moet doen om je bij te houden maar echt kan genieten van de zoute zeelucht en zijn omgeving. Wandelen is beter dan langdurig springen en rennen, dus laat de bal maar thuis.
Als je hond van zwemmen houdt, heb je mazzel. Er is namelijk geen gezondere vorm van beweging zonder de gewrichten te zwaar te belasten.
Conclusie
Hou je hond fit en gezond met goede voeding en voldoende, gematigde beweging. Betrek hem bij het dagelijks leven zoals je altijd al deed en leer hem in een aangepast tempo nieuwe dingen om hem ook mentaal jong te houden.
Gezondheidtips
- Als je hond moeite heeft met opstaan, lopen of springen, laat de dierenarts hem dan onderzoeken. Een aandoening kan de boosdoener zijn.
Breng je oudere hond jaarlijks (liever nog halfjaarlijks) bij de dierenarts voor een gezondheidscontrole. Alleen als je er op tijd bij bent, kun je voorkomen dat aandoeningen snel verergeren en ontdek je zaken waar je op kunt inspelen met een andere levensstijl en/of medicatie. Zo kan de dierenarts bijvoorbeeld hart, longen, lever- en nierwaarde controleren.
- Oudere honden hebben vaker last van vetknobbels. Deze bobbels voelen ‘los’ aan onder de huid en zijn in principe goedaardige tumoren. Maar laat dit altijd controleren bij de arts want hij/zij kan door een punctie zekerheid geven.
- Geef je hond gezonde voeding en hou hem op gewicht. Te zware honden belasten hun gewrichten erger en maken het een zware taak voor hart en longen bij beweging. Voor nierpatiënten en honden met andere aandoeningen zijn speciale diëten verkrijgbaar.
Hou het gebit van je hond gezond. Kan hij nog lekker knabbelen, geef hem dan regelmatig iets om op te kluiven. Ook speciale sticks voor een gezond gebit en tanden poetsen helpen de tanden mooi en sterk te houden.
- Laat je hond (oud of jong) overigens buiten nooit stilzitten als het koud is, maar blijf in beweging.
- Net als bij ons gaat alles bij de oudere hond ook wat trager. Het uithoudingsvermogen neemt af, gezicht en gehoor worden minder en de hond heeft meer behoefte aan rust. Hou hier rekening mee en gun je hond wat meer tijd.
Vuurwerk is prachtig. Het is voor veel mensen een mooie manier om het nieuwe jaar in te luiden. Je moet je wel realiseren dat honden en andere huisdieren hier anders over denken. Voor veel is de voor ons feestelijke afsluiting van het jaar in veel gevallen zelfs zeer beangstigend.
Wat kun je zelf doen?
Je eigen gedrag speelt daar een grote rol in. Ook mensen reageren namelijk op vuurwerk. Je moppert bijvoorbeeld omdat die kwajongens er nu al mee beginnen. Misschien loop je boos naar het raam als het te dicht bij je huis is. Honden merken dat je hierop reageert en dat kan de angst versterken. Het bevestigt dat er iets aan de hand is. Iets wat je hond niet kan thuisbrengen en dat zorgt vaak voor een angstgevoel.
Troosten mag…
Soms wordt ervan uitgegaan dat je een hond niet mag troosten als hij heel erg bang is. Je zou hem dan moeten negeren tot dit paniekerige gedrag over is. Gelukkig weten we nu wel beter. Want als een hond echt bang is, is zijn leervermogen tot nul gedaald. Hij leert dus niks van zijn gedrag. Je kunt hem dan het beste even troosten tot de stress is verdwenen. Als er dan weer een knal te horen is, aai je gewoon door en reageer je er verder niet op. Zo leer jij je hond aan dat hij bij jou veilig is.
…maar niet altijd
Als jij een hond hebt die bij de eerste knallen alleen maar kijkt naar jouw reactie, dan is hij niet direct bang voor vuurwerk. Zolang jij rustig blijft, leert je hond dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Ga dus gewoon door waar je mee bezig bent en – hoe moeilijk het ook is – negeer je hond.
Bron: http://www.pedigree.nl/
Spelen met de hond is leuk, dat zal iedereen die ooit met een hond heeft gespeeld bevestigen. Maar behalve dat het leuk is om met je hond te spelen, is het ook belangrijk. Het spelen met de hond heeft een aantal belangrijke functies. Om goed met je hond te spelen moet je je bovendien aan een aantal spelregels houden. Tot slot is niet alle speelgoed geschikt voor onze honden.
Spelen met de hond, wat is de betekenis?
Wanneer we kijken naar het gedrag van de voorouders van onze huishond, de wolven, zien we dat wolven onderling veel met elkaar spelen. Ook onze huishond vertoont spelgedrag. Dit spelen heeft verschillende functies. Bij puppies is de belangrijkste functie van het spel het leren herkennen van grenzen: hoe hard mag ik spelen, hoe hard mag ik daarbij bijten, wat mag wel tijdens een spel en wat mag niet? Dit zijn allemaal aspecten van het leven die een pup leert door te spelen. Wanneer een pup tijdens het spel met een volwassen hond te hard bijt, zal de volwassen hond de pup terechtwijzen door een korte grauw.
Naast het aanleren van de gedragscodes is het spel voor de wolvenpup ook dé manier om zijn jachtinstincten te trainen: hij leert de prooi (bij het spel vaak zijn nestgenootjes) te besluipen en te bespringen en leert samen met zijn nestbroers en -zussen de prooi (bijvoorbeeld een stuk overgebleven huid) te verscheuren. Al deze puppyspelletjes zijn belangrijk voor de pup om te leren hoe hij zich in zijn latere leven hoort te gedragen.
Bij volwassen honden zien we dat spel vrijwel altijd te maken heeft met het bepalen en bevestigen van de rangorde. Wanneer we de lichaamstaal van de spelende honden bekijken, zien we dat de ranghogere hond meestal de hoogste houding heeft en dat hij bepaalt wanneer en hoe lang gespeeld wordt.
Bij het spel tussen mens en hond kunnen we gebruik maken van bovengenoemde kennis. Door te spelen met onze pup leren we hem dat mensenhanden niet bedoeld zijn om in te bijten. Door spelletjes te spelen versterken we bovendien de band met de hond en bepalen en bevestigen we onze positie als leider van de roedel (mits we het spel spelen volgens de regels). Naast bovengenoemde functies biedt het spelen met de hond bovendien afleiding en werkt het stressverminderend. Bij het volgen van bijvoorbeeld een gehoorzaamheidscursus kan goed gebruik worden gemaakt van spel. Door de training af en toe af te wisselen met een kort spelen is de hond in staat zich beter te concentreren en raakt hij opnieuw gericht op de baas. Een laatste belangrijke functie van het spelen met de hond is dat door bepaalde spelletjes de werklust van de hond gestimuleerd kan worden. Hoe dit in zijn werk gaat beschrijven we in de volgende paragraaf.
De spelregels voor het samen spelen
Bij het spelen met de hond gelden een aantal spelregels. Bij alles wat we doen met onze honden moeten we ervoor zorgen dat duidelijk is dat wij de baas zijn, dus ook bij het spelen. Dit heeft een aantal consequenties:
- De baas begint en eindigt het spel. Zorg dat je het spel afbreekt op het moment dat de hond het nog leuk vindt.
- Zorg dat je speciaal speelgoed waarmee je samen met de hond speelt apart bewaart, zodat de hond er niet bij kan. Daarnaast moet de hond beschikken over speelgoed waar hij wel zelf bij kan. Hierdoor weet de hond dat, wanneer je het speciale speeltje tevoorschijn haalt, het tijd is voor speeltijd met de baas. Door het speciale speeltje weg te bergen geef je ook aan dat het jouw speeltje is, waar de hond alleen samen met jou mee mag spelen
- De hond moet het speeltje op commando los kunnen laten. Dit leer je de hond door in eerste instantie het speeltje te ruilen voor een ander speeltje of iets lekkers.
- Als de hond tijdens het spel (per ongeluk) in handen of kleding bijt roep je heel hard “AU” en stopt het spel abrupt. Na een paar minuten begin je opnieuw te spelen. Op deze manier leert de hond dat wanneer hij te hard speelt, de pret over is.
Bron: www.mijnhondalsvriend.nl
Het juiste hondenspeelgoed
Honden houden van spelen, zowel met hun eigenaar als alleen. Speeltijd is voor hen een belangrijke gelegenheid om te bewegen, te genieten van de geestelijke stimulatie en om een band met je op te bouwen! Zorg er dus voor dat je het juiste hondenspeelgoed in je bezit hebt, want dit is van groot belang voor hun plezier en veiligheid.
Veiligheid gaat boven alles
Zorg ervoor dat elk speeltje dat je aan je hond geeft een geschikte grootte heeft: speeltjes die te klein zijn kunnen worden ingeslikt, wat zowel een verstikkingsgevaar als een gevaar voor hun maag en darmen kan opleveren. Wees ook voorzichtig met touwtjes, linten of elastiekjes, deze kunnen interessant zijn voor een nieuwsgierige hond, maar zullen nooit het juiste speelgoed zijn.
Al het speelgoed waar stukjes vanaf kunnen worden gebeten (zoals de plastic ogen op een knuffeldier) moet worden vermeden. De gouden regel voor ELK speeltje is dat het, zodra het uit elkaar begint te vallen, moet worden vervangen.
Apporteren
Een tennisbal is de klassieke keus voor een hondenspeeltje. Het stuitert, biedt een interessante textuur om op te kauwen en er kan eenvoudig mee worden gegooid. Frisbees zijn ook fantastisch als je hond het leuk vindt om te apporteren. Wanneer je een frisbee koopt, let er dan op dat deze van zacht rubber of nylon is. Ze kunnen dan wel niet zo ver vliegen, maar zijn een stuk vriendelijker voor de mond en tanden van een hond.
Een nog interessanter gooispeeltje is iets dat onregelmatig stuitert. Dit is erg amusant voor honden, omdat je hond niet kan voorspellen waar het naartoe zal stuiteren. Massieve rubberen ballen of ballen met een dik touw als staart zullen stuiteren en onregelmatig rollen.
Dik rubber speelgoed is over het algemeen een goede keus, omdat ermee kan worden gegooid, erop kan worden gekauwd en omdat ze overal naar toe rollen. Een goede manier om je hond een tijdje bezig te houden is om stukjes hondenkoekjes binnenin een speeltje te stoppen. Hij zal moeten duwen, rollen en kauwen op het speeltje voordat hij de hele traktatie eruit krijgt.
Sommige honden houden van zacht gevuld speelgoed. Ze zullen het als een kind behandelen, met zich mee dragen, zich erop werpen, erop zitten en erop zuigen. Iets dat machine wasbaar is, is dus ideaal. De beste “knuffeldieren” zullen diegene zijn die verkrijgbaar zijn bij uw dierenwinkel of dierenartspraktijk.
Je zult het meeste uit het speelgoed halen door ze niet allemaal in één keer bij elkaar te leggen. Leg slechts een kleine selectie neer en wissel ze om de paar weken af. Op deze manier blijven de speeltjes nieuw voor uw hond. Speelgoed verstoppen zodat je hond deze moet vinden is ook een goede manier om hem te verrassen en hem geïnteresseerd te houden in de speeltjes.
Bron: www.hillspet.nl
Veilig speelgoed
In de dierenspeciaalzaken is enorm veel keus aan hondenspeelgoed. Je kunt het zo gek niet verzinnen of het is te koop. Aan veel van dit speelgoed kleven echter nogal wat nadelen en risico’s. Hieronder zullen we een aantal speeltjes de revue laten passeren.
Het flostouw:
Het flostouw is op zich zeer geschikt speelgoed voor de hond. Vooral als tweepersoonsspeeltje doet de flos het goed: hond aan de ene kant, baas aan de andere kant en trekken maar….heerlijk. Wanneer de hond de flos altijd ter beschikking heeft is voorzichtigheid geboden. Veel honden hebben de gewoonte om de touwtjes aan de uiteinden van de flos er uit te trekken. Dit is op zich vrij onschuldig maar sommige honden slikken deze draadjes vervolgens in. De draadjes kunnen in de maag (of darmen) van de hond een kluwen vormen en zo de ingewanden verstoppen. Een dure operatie is dan, als je er snel genoeg bij bent, het enige redmiddel.
Balletjes:
Balletjes zijn bij uitstek geschikt voor apporteerspelletjes. Bij balletjes moet er echter altijd op gelet worden dat ze zo groot zijn dat de hond ze zeker niet in zijn keel kan krijgen. Bij het apporteren zijn veel honden zo enthousiast dat zij de bal in de lucht proberen te vangen. Een te kleine bal kan hierbij gemakkelijk in de keelholte schieten en zelfs tot verstikking leiden. In tennisballetjes schuilt hetzelfde gevaar als in de flos. Sommige honden trekken minutieus alle haartjes van de tennisbal totdat deze volledig kaal is. De haartjes kunnen wederom een kluwen vormen in de ingewanden van de hond met bovenbeschreven gevolgen van dien.
Piepspeeltjes:
Speeltjes die piepen kunnen ook erg leuk zijn voor honden. Sommige honden zullen alleen op het speeltje zelf kauwen en het laten piepen, maar anderen zullen het gevoel hebben dat ze de lawaaimaker eruit moeten duwen, dus zorg ervoor dat de pieper van binnen goed beveiligd is. Zoals altijd moet het speeltje vervangen worden zodra deze uit elkaar begint te vallen.
Rubberen speeltjes:
Bij rubberen speeltjes is het van belang dat de kwaliteit van het rubber goed is. Een zacht rubberen speeltje is geen partij voor de sterke kaken van onze honden. Sommige honden hebben de neiging alle speelgoed te slopen. Met name voor dit soort honden is het zaak speelgoed te kopen dat bestand is tegen hun sloopgrage tanden.
Het gevaar van te zachte rubberen speeltjes is dat er stukjes rubber loslaten en in de ingewanden van de hond (maag, darmen) terechtkomen. Hier kunnen deze stukjes ernstige beschadigingen of verstoppingen veroorzaken.
Stokken:
De meeste honden vinden het helemaal te gek als het baasje stokken weggooit die hij dan op gaat halen. Verschrikkelijk leuk en wie kent dat tafereeltje nou niet, van die vrolijke honden met enthousiast gooiende baasjes. Maar wees voorzichtig … het gooien met stokken kan levensgevaarlijk zijn! Stokken zijn heel onvoorspelbaar, ze zijn er in alle soorten en maten en in even veel diverse structuren. Een harde en dunne stok kan zomaar bij de hond in het keelgat schieten, vaak gebeurd het dat de stok rechtop in het gras blijft steken, net voordat de hond met wijdgeopende bek de stok wil pakken. De stok schiet dan ver naar binnen en beschadigt het gehemelte, de tong, tanden en tandvlees of nog erger de slokdarm en/of luchtpijp. Ook gaan kleine stukjes van een stok nog wel in eens tussen de hoektanden zitten en vaak heb je dat niet eens in de gaten. Als de hond kwijlt, gaapt of met zijn poten over zijn neus wrijft, inspecteer dan eerst even de bek om te zien of er iets in zit. Vertrouw je het niet, laat dan de dierenarts voor de zekerheid even kijken. Denk niet, ach dat zal wel meevallen, het komt veel vaker voor dan je denkt en een gewaarschuwd mens telt voor twee! Speel liever met een bal of een ander leuk hondenspeeltje, je hebt zoveel keus in verantwoorde speeltjes tegenwoordig, dat is een stuk veiliger.
Zoals je ziet kleven er nogal wat risico’s aan speelgoed. Natuurlijk bestaat er ook veilig en verantwoord speelgoed voor de hond. Wat dacht je van een bal in een oude sok; een ideaal speeltje voor een ouderwets trekspelletje.
Bron: www.mijnhondalsvriend.nl
Bron: www.verantwoordomgaan.nl
De Kong
Vandaag worden Kong speeltjes enthousiast gebruikt en aangeraden door dierenartsen, therapeuten, trainers, professionelen en tevreden klanten over heel de wereld.
De Kong is gemaakt van erg sterk natuurlijk rubber dat bestemd is tegen urenlang kauwen door de meeste sterke honden. De standaard Kong is gemaakt van rood rubber en is vrijwel onverwoestbaar. De zwarte Kong is nog sterker en wordt wereldwijd gebruikt voor het trainen van politie en legerhonden, in dierentuinen en door andere professionele gebruikers.
De Kong is te vullen met allerlei lekkernijen, zodat wanneer de hond even alleen is, hij zich goed kan vermaken. Gaatjes afdekken met een koekje en dan vullen met bijvoorbeeld: hondenworst, smeerkaas, pasta, pindakaas, kaas, ei en zo zijn er nog 100 mogelijkheden.
Verder stuitert een Kong vrolijk alle kanten op wanneer er mee gegooid wordt.
Jolly speelgoed
Jolly speelgoed is gemaakt van duurzaam rubber. De producent van Jolly speelgoed besteedt veel aandacht aan de kwaliteit en de duurzaamheid van de producten.
Een goed formaat.
Een goed kauwspeeltje is aangepast aan het formaat van je hond en dus aan de omvang van de kaken .Om een te groot speeltje kunnen de kaken niet heen. Een te klein formaat kan gevaarlijk zijn, omdat het gevaar blijft bestaan dat het speeltje vast blijft zitten. Als je twijfelt aan de maat neem dan een maat groter in plaats van kleiner. De Kong is met heel wat lekkere dingen voor de hond te vullen.
Jolly Ball
De Jolly Ball is een speelbal voor honden die zich vanzelf weer opblaast. Bovenaan de bal zit een handvat . Door handvat kan de hond de bal makkelijk apporteren. De bal blijft drijven in het water en stuitert als je hem weggooit. Door het handvat is het voor de hond steeds weer een verrassing welke kant de bal opstuitert als je hem weggooit.
Jolly Ball met touw
Dit is een bal met een touw er door heen. Hiermee kan de hond ook leuke trekspelletjes doen. Het touw kan door de bal heen worden getrokken, maar kan niet uit de bal worden getrokken. De bal blijft ook drijven in het water.
Jolly Frizbee
Dit is een zachte en ook een sterke frizbee .Dat maakt het ook prettig als de hond de frizbee vangt. De speciale contouren van de rand zorgen voor schone tanden en voor het masseren van het tandvlees. De Jolly Frisbee blijft ook drijven op het water.
Jolly Monster Ball
De Monster Ball is ongelijk, waardoor hij alle kanten op stuitert. Binnenin de Monster Ball kun je iets lekkers verstoppen. Als de hond probeert om het lekkers uit de bal te krijgen, worden de tanden en het tandvlees gereinigd en gemasseerd door de verschillende rubberen tanden op het speeltje.
Jolly Ball Push n Play
In dierentuinen worden grotere versies ook door o.a. leeuwen, beren en olifanten gebuikt. De grotere ballen zijn te vullen met zand of water . De honden kunnen hiermee heerlijk ‘voetballen’. Ze duwen de bal op met hun neus en zijn zo lekker bezig.
Bron: www.medpets.nl
Bron: www.agradi.nl
De warme periode waar we nu in zitten is voor sommige mensen een feest. Ze moeten er normaal vaak ver voor rijden om van zoveel zon en warmte te genieten. De warmte is echter ook iets waar uw hond vaak flink last van heeft. Vandaar in deze hondenweetjes aandacht voor uw hond en hoe u het best kunt omgaan met een periode van warm weer.
Hoe uw hond van te veel warmte probeert af te komen
Honden hebben minder mogelijkheden dan wij om van hun warmte af te komen. Transpireren kunnen ze alleen via hun voetzooltjes. Alleen daar hebben ze zweetklieren. Hun belangrijkste manier om van hun warmte af te komen is via het hijgen. Een hond heeft het dan ook snel warm.
Wat zijn de verschijnselen van oververhitting
- dikke blauwe tong en een opgezwollen keel
- de hond voelt heet aan, koorts (een hond komt in de gevarenzone als de temperatuur boven de 40 graden komt)
- zwabberen met de achterhand (De honden hebben dan geen controle meer over het zenuwstelsel)
- overmatig kwijlen, hijgen en of braken
- tong en lippen hebben een overmatig rode kleur.
Een hond die toch door de warmte is bevangen, moet op een koele plaats gelegd worden. De hond snel afkoelen met lauw water. Dit doe je door water over hem heen te gooien, of hem te bedekken met een natte doek. Laat die natte doek niet te lang op de hond liggen, omdat hij daardoor onderkoeld kan raken. Ga als je hond door de warmte bevangen is of geweest is altijd even naar de dierenarts.
Voorkomen beter dan genezen !
Hiervoor hebben we iets verteld over hoe om te gaan met een oververhitte hond. Natuurlijk is het beter te voorkomen dat het zover komt. Daarom zetten we een aantal adviezen over hoe uw hond om te laten gaan met warmte, op een rij.
- Zorg er voor dat uw hond bij warm weer een plek in de schaduw heeft.
- Laat uw hond nooit achter in een auto of in een warme tent of caravan ook niet met het raam op een kier en ook niet als de auto in de schaduw staat. Na verloop van tijd kan de auto toch in de zon komen te staan. Ook bij koeler, zonnig weer kan de temperatuur in de auto behoorlijk snel oplopen. Let hier dus altijd goed op!
- Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater.
- Als je hond van zwemmen houdt is dat een prima manier om af te koelen. Een lekkere koele duik in het water is heerlijk. Let wel op dat tijdens een lange hitteperiode er geen blauwalg in het water zit. Die zijn zeer giftig en uw hond kan er ziek van worden en zelfs overlijden. Laat hem niet zwemmen als er dooie vissen of vogels in het water liggen.
- Als je met je hond gaat zwemmen en het is buiten erg warm, zorg er dan voor dat je het of ‘s morgens vroeg, of ‘s avonds laat doet en niet in de felle zon. De hond na het zwemmen wel goed afdrogen dit in verband met hotspot die kunnen ontstaan omdat de dikke vacht nat blijft. Uw hond wordt als hij last heeft van hotspot lusteloos en gaat flink krabben. Vaak willen ze niet eten en hebben ze koorts. Bij nadere inspectie ziet men een natte plek in de vacht. Na het wegscheren van wat haar ziet u een vuurrode huid die bovendien bedekt is met een gele etterlaag. Dit is een vochtig eczeem dat binnen enkele uren na regelmatig krabben of likken van een huidplek kan ontstaan. Het is belangrijk om bij het constateren van hotspot uw dierenarts te raadplegen.
- Voor honden zijn speciale koelteproducten te verkrijgen, zoals een koeltematje of koeltehalsband. Die zijn gevuld met een materiaal dat koud water op kan nemen en de koelte lang vast kan houden. Erg handig voor een autoritje of voor warmte-gevoelige rassen zoals kortneuzige honden (bijvoorbeeld buldoggen). Let wel op dat de hond niet op het materiaal kan kauwen, dus alleen onder toezicht gebruiken!
- Honden liggen bij warm weer ook graag op koele plekken. Geef ze die gelegenheid.
- Maak geen lange wandelingen in de hitte maar plan deze aan het begin of eind van de dag.
- Ga zeker niet met je hond fietsen in de zon! Lopen naast de fiets boven de 20 graden is gevaarlijk voor honden. De lichaamstemperatuur van de hond gaat stijgen tot een onverantwoorde hoogte. De voetzolen kunnen op het hete asfalt blaren oplopen omdat de voetzooltjes vochtig zijn. Ook kan een hond niet meer door zijn voetzooltjes zweten omdat het afvalt heel erg heet is. Hij kan niet profiteren van de rijwind om af te koelen, want hij zweet niet. En hij moet zich ook nog eens veel meer inspannen dan de baas.
- Zorg dat uw hond overdag extra verkoeling krijgt. Behalve vers water is spelen met water, met een tuinslang, of in een kinderzwembadje vaak een feest voor ze. Zet het badje niet in de volle zon, maar in de schaduw.
- Neem bij warm weer altijd fris water mee tijdens de wandeling.
- Sommige mensen denken dat ze hun langharige hond moeten scheren in de zomer, maar de lange haren zijn juist een bescherming voor de hond. De dikke vacht, beschermt de hond in de winter tegen de kou en bij hoge temperaturen tegen de warmte. Het haar voorkomt bijvoorbeeld het verbranden van de huid!
- De neusrug is altijd dun behaard. Mocht een hond te lang in de zon liggen, dan kan de neusrug verbranden. De neusrug kan je ook ter bescherming insmeren met zonnebrand met een hoge beschermingsfactor.
- Let goed op bij balspelletjes en dergelijke. Sommige honden zijn vaak zo fanatiek dat zij doorgaan tot ze er letterlijk bij neervallen.
- Oudere honden hebben, net als oudere mensen, meer te lijden van de warmte. Zorg dus voor een lekker koel plekje en let extra goed op.
Bronnen:
- www.sheltiehealth.whirlwindofshadows.nl
- Licq
- KC Delft
- Newfoundlander.info
Hoe krijgt de hond vlooien
Vlooien zijn kleine parasieten in de vachten van onze huisdieren. Zij voeden zich met het bloed van hun gastheer en veroorzaken jeuk bij mens en dier. Herhaaldelijke infecties met vlooien vormen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vlooienallergie. De meeste mensen denken nog steeds dat vlooien overspringen van het ene naar het andere dier. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Meestal lopen honden vlooien op uit de omgeving. Dit gaat als volgt:
- Een volwassen vlo (1) op een hond doet zich tegoed aan een bloedmaaltijd van de gastheer.
- Na deze bloedmaaltijd kan de volwassen vlo enkele honderden tot duizenden eitjes leggen (2).
- Deze eitjes vallen buiten of binnen op de grond.
- Uit deze eitjes ontstaan larven (3) die wegkruipen naar donkere plekken (kieren/naden/bladeren etc.)
- Deze larven voeden zich met vlooienpoep (4) en vervellen enkele keren voordat deze zich verpoppen.
- In de pop ontwikkelt zich een volwassen vlo (5).
- Onder invloed van warmte en trillingen komt de pop uit en wordt de vlo geboren (1).
- De vlo wacht in de omgeving op een toevallige passerende hond of kat en bespringt deze.
- Na een bloedmaaltijd kunnen de vlooien weer eitjes leggen (2) en is de cyclus rond.
- Indien de cyclus zich een aantal keren kan herhalen, zullen zich steeds meer vlooien op je huisdier nestelen.
Wat kun je doen om vlooien te bestrijden
Er zijn nogal wat verschillende bestrijdingsmiddelen op de markt. Natuurlijk worden die middelen steeds verder ontwikkeld. De dierenarts beschikt over de nieuwste en daardoor vaak de best werkende en veiligste middelen tegen vlooien
Hygiëne
Heeft je vlooien gezien, dan is het goed om regelmatig te stofzuigen om zoveel mogelijk eitjes, larven en poppen te verwijderen. Vooral de ligplekken van de hond zou u regelmatig moeten zuigen.
Bron: dierendokters.com/vlooien-hond.
Teken
Teken zijn kleine spinachtige beestjes die vooral in bomen en struiken zitten. Ze variëren in grootte van enkele millimeters tot hooguit een centimeter. De meest voorkomende teken in Nederland zijn de zogenaamde harde teken (Ixodus). ‘Voor de maaltijd’ lijken ze op een klein spinnetje, een volwassen teek ‘na de maaltijd’ ziet er uit als een klein leren zakje met een zeer klein kopje en acht poten. Teken zijn parasieten: ze leven van bloed dat ze opzuigen bij mensen en dieren. De teken kunnen ontstekingen en abcessen veroorzaken, maar zijn vooral berucht vanwege het overbrengen van een groot aantal ziekten. Eén van die ziektes is de Ziekte van Lyme.
De ziekte van Lyme
De symptomen van de ziekte van Lyme kunnen in het hele lichaam optreden. De ziekte van Lyme kan aandoeningen van gewrichten, huid, zenuwstelsel en hart veroorzaken. Tekenbeten komen het vaakst voor als het een beetje warm en vochtig is. Bij temperaturen onder de 5-10 graden Celsius zijn ze bijna niet actief. De meest riskante gebieden in Nederland zijn de Flevopolder, het Gooi, de regio Arnhem-Apeldoorn, Zeeland en het noorden van Limburg. Vooral de Flevopolder is berucht: wandelaars die daar van de paden afwijken, kunnen soms meer dan 100 tekenbeten oplopen. Lyme herken je aan het feit dat er binnen drie weken na de tekenbeet een rode ringvormige plek ontstaat die geleidelijk aan groter wordt. Deze ring blijft maanden zichtbaar.
Waar op het lichaam komen teken veel voor
Teken zitten graag op plaatsen waar de huid zacht, vochtig en warm is. Je kunt ze aantreffen achter de oren in de haren, tussen huidplooien, tussen tenen en vingers, in de knieholte, onder elastiek van ondergoed of kousen, maar ook op andere plaatsen. De belangrijkste risicofactor op besmetting is de tijd die de teek op de huid doorbrengt. De teek moet meestal eerst een paar uur rondkruipen om een geschikte plek te vinden. Als de teek z’n plekje heeft gevonden, begint hij zich vol bloed te zuigen. Dat duurt wel 24 tot 78 uur. Pas tegen het einde ervan worden, als de teek ze bij zich draagt, de ziekmakende bacteriën overgebracht. Als de teek binnen 24 uur wordt verwijderd, bestaat er dus nauwelijks gevaar voor besmetting, maar daarna wordt de kans op Lyme groter.
Wat doen als je gebeten bent
Er bestaat nog geen vaccin tegen Lyme. De ziekte kun je dus niet met medische middelen voorkomen. Gelukkig is behandelen en genezen met antibiotica in elk stadium van de ziekte wel mogelijk. De kans op herstel is bijna 100%, maar in een later stadium groeit de kans op restverschijnselen. Ga dus altijd naar je huisarts.
Hoe kun je teken verwijderen
Soms laten teken uit zichzelf los als je een hete douche of een heet bad neemt, maar dit werkt lang niet altijd. Wat je in ieder geval nóóit moet doen: de teek verdoven met alcohol, ether of andere middelen. Daardoor zou de teek kunnen braken en zijn ziektekiemen alsnog overdragen. Ook niet veilig is de teek tussen duim en wijsvinger vast te pakken en omhoog te trekken. Zo kun je de teek platdrukken, met ook weer tot gevolg dat de bacteriën in je lichaam komen. Veel beter is het om een speciale tekentang te gebruiken. Deze kun je bij de apotheek of dierenspeciaalzaak kopen. Met de tang moet je de teek in zijn ‘nek’ vastpakken en net zolang ronddraaien totdat hij loslaat. Soms blijft de kop van de teek achter. Dat is geen probleem. Het restant komt er, net als een splinter, na een paar dagen vanzelf wel uit.
Kunnen honden ook teken krijgen
Honden hebben nog een veel grotere kans om een teek op te lopen.Honden lopen namelijk veel vaker door het struikgewas en komen op plaatsen waar mensen amper komen. Controleer je hond dus na iedere boswandeling. Hondenteken kun je eveneens met een tekentang verwijderen.
Bronnen:
- tweevoeter.nl/teken
- RIVM
Paardenvijgen
De meeste honden vinden paardenvijgen heel lekker. Je mag ze er voor wakker maken. Sommige honden lusten ze rauw, en anderen vinden het heerlijk om er lekker in te rollen. Dat paardenvijgen eten is echter ook gevaarkijk. Paarden moeten eens per zes weken ontwormd worden. Als dat niet gebeurt betekent het paardenvijgen eten door je hond ook dat die menig parasiet naar binnen werkt. Als een paard wel op tijd ontwormd wordt, kan het effect nog veel schadelijker zijn. In die paardenvijgen zitten dan preparaten die organophisphorus bevatten en die zijn erg giftig voor je hond. Als je hond zich na het eten van een paardenvijg niet lekker voelt, sloom is en last heeft van diarree en krampen, is het goed om naar je dierenarts te gaan, want anders kan je hond er uiteindelijk aan sterven!
Bron: Hondenleven (Maand)
Chocolade
Chocolade is gevaarlijk voor je hond. Hoe gevaarlijk hangt af van de hoeveelheid cacao in de chocolade, de hoeveelheid die je hond gegeten heeft en de grootte van je hond. Van een reep melkchocolade krijgt je hond meestal niet meer dan een flinke diarree. Die begint meestal 12 tot 24 uur na het eten van de chocolade. Het kan zijn dat je hond hiervoor behandeld moet worden door de dierenarts. Als je hond echt veel chocolade gegeten, kunnen de problemen ernstiger zijn. De meest voorkomende symptomen zijn dan snelle opgewondenheid, onrustigheid, meer plassen, overgeven, en trillende of gespannen spieren. Soms leidt dit tot een verhoogde temperatuur en zelfs tot hartstilstand. Een ernstige vergiftiging kan dodelijk zijn. Als je weet dat je hond chocolade op heeft, kun je hem tot één of twee uur daarna over laten geven. Een product als Norit kan de opname van de giftige stoffen in de darmen helpen tegengaan
Neem liever het zekere voor het onzekere en neem contact op met uw dierenarts.
Bron: KC Delft
Ziekte van Aujeszky
De Ziekte van Aujeszky is een virus dat bij honden vooral wordt overgedragen door het eten van besmet varkensvlees. Het virus tast het zenuwweefsel aan. Jonge biggen kunnen aan dit virus overlijden. Oudere varkens hebben er wel last van maar herstellen spoedig. Wel blijven zij het virus uitscheiden. Nagenoeg alle andere huisdieren zijn niet tegen het virus bestand.
Vroeger zag je bij besmette honden jeukpest optreden: de dieren kregen overal jeuk, werden er gek van. Tegenwoordig lijkt het ziekteverloop wat milder. Het lijkt erop of de hond last heeft van een zomergriep: een beetje buikpijn, wat lusteloos, diarree. Over de overdracht van het virus is nog steeds weinig bekend. Er is ook nog geen behandeling tegen besmet geraakte honden. Deze virusziekte is voor de hond altijd dodelijk. De meeste honden krijgen het virus door het eten van varkensslachtafvallen (strotjes), terwijl ook runderslachtafvallen wel eens besmet blijken. Om de besmetting te voorkomen moeten je je hond ook nooit in een varkensstal laten, want het kan ook in de urine van het varken zitten.
Geef ook nooit rauw varkensvlees aan je hond. Na verhitting (bijvoorbeeld een kwartier koken) is het virus in varkensslachtafvallen vernietigd en levert het geen gevaar meer op voor je hond.
Bron: www.hondkopen.nl/naar huis/vaccinaties
Socialisatie
Het is belangrijk om pups vanaf de geboorte met veel prikkels in aanraking te brengen. Daardoor wordt de socialisatie bevorderd. Wel moeten de pups de prikkels op een rustige manier kunnen beleven. Even van iets schrikken mag wel, maar daarna moeten ze weer snel herstellen en er dan een volgende keer niet op reageren.
Bron: Dogs today : Juli – augustus
Tanden poetsen
Slechte en gevoelige tanden zijn voor je hond net zo vervelend als voor ons. Je kunt er wat aan doen door regelmatig de tanden te poetsen, zelfreinigend voer te geven en tandheelkundige speeltjes aan te schaffen
Bron: Dogs today : Juli – augustus
Gewicht van de hond
Van het gewicht van de hond wordt 60% gedragen door de voorpoten. Vandaar dat de voorpoten zwaarder zijn dan de achterpoten
Bron: Dogs today : Juli – augustus
Sneeuw
Het mag er zo grappig uitzien als je hond de hem toegegooide sneeuwballen vangt en vervolgens in opperste verbazing om zich heen kijkt: “Hè? Waar is die witte bal nou gebleven?”. Sommige honden blijken gek te zijn op die “ijsjes” en eten de ene bal na de andere op. Van het eten van sneeuw kan je hond behoorlijk ziek worden. Overgeven en dagenlang diarree zijn vaak het gevolg.
Sneeuw heeft daarnaast de vervelende gewoonte om zich tussen de voetzolen van je hond op te hopen. Daar vormt het vaak scherpe ijsballen. Je kunt proberen de sneeuwklompen met je vingers te smelten. Je vingers zijn meestal sneller koud dan het ijs gesmolten. Niet proberen los te trekken! De ijsballen zitten namelijk helemaal vast aan de haren onder de poten van je hond, en lostrekken is behoorlijk pijnlijk!
Je kunt het echter wel goed voorkomen. Knip zoveel mogelijk de haren tussen de voetzolen van je hond weg. Kijk goed uit dat je niet in zijn poten knipt. Als je daarna vaseline tussen zijn kussentjes smeert, heeft de sneeuw veel minder vat op de poten en ontstaan die ijsballen lang zo makkelijk niet.
Pekel
Vaseline tussen de tenen helpt ook tegen een ander probleem: irritatie door pekel. Natuurlijk probeer je ervoor te zorgen dat de hond niet over gepekelde straten en stoepen loopt. Het is alleen niet altijd te vermijden. Soms begint een hond helemaal te trekkepoten of zelfs te janken omdat de pekel in zijn poten bijt. Vaseline beschermt op dat moment de huid tussen de kussentjes. Als je na thuiskomst dan ook nog zijn poten even afspoelt met water, voorkomt je dat die huid gaat irriteren en daardoor kapot gaat.
Bron: www.kc-delft.nl
Bevroren plassen
Kijk uit met je hond op bevroren water. De poten hebben geen grip op het ijs. De hond glijdt steeds weg waarbij hard aan pezen en spieren getrokken wordt. Deze kunnen bij kou en belasting beschadigd worden en zelfs scheuren. Ook heeft ijs vaak scherpe randen waarbij je hond zich aan kan snijden. Hou er ook rekening mee dat je hond niet weet wanneer het ijs dik genoeg is.
Je moet er toch niet aan denken dat je hond door het ijs zakt en het verkeerd af zou kunnen lopen.
Bron: www.dier-en-natuur.infoyo.nl
Pas op je antivries
Zeker in de winter wil je antivries bij de hand houden. Pas hier alsjeblieft goed mee op. En zorg dat je hond er niet bij kan. Op de een of andere manier ruikt de antivries voor je hond heerlijk. Honden willen hier graag van proeven. Het is uiterst giftig en heel gevaarlijk. Bewaar je antivries dus altijd op een plek waar je hond er niet bij kan.
Bron: www.dogsincluded.nl
In dit Hondenweetje iets meer over een probleem waar veel van onze honden natuurlijk toch zo af en toe mee te maken krijgen. En dan hebben we het over het alleen thuis moeten blijven. Honden zijn groepsdieren en zijn van nature graag bij hun groepsgenoten. Onze huishonden moeten echter regelmatig alleen thuis blijven. Dit hoeft op zichzelf geen probleem te zijn, maar het moet de hond wel eerst geleerd worden om af en toe alleen thuis te zijn. Hij moet leren het vertrouwen te hebben dat jullie altijd weer terug zullen komen. Als je aan dat leren te weinig aandacht besteedt, dan bestaat de kans dat de hond, als ie alleen thuis moet blijven, gaat blaffen of misschien gaat vernielen of zelfs onzindelijk wordt je hem te lang alleen laat.
Jong geleerd
Als je een pup hebt is het belangrijk om al op jonge leeftijd te beginnen met oefenen. Als je een nieuwe, maar wel al volwassen hond hebt, is het verstandig om voorzichtig te bekijken of de hond wel of niet alleen kan zijn. En dan kan het zijn dat de hond bij zijn vorige baasje wel goed alleen kon zijn, maar dat de nieuwe omgeving maakt dat hij of zij het opnieuw moet leren. Bijvoorbeeld omdat alleen blijven in een nieuwe omgeving altijd meer stress met zich mee brengt. Ook bij jou zal de hond dan moeten leren om alleen te zijn en dus is het belangrijk om het alleen laten langzaam op te bouwen
Individuele en rasverschillen
Er is veel verschil in hoe vervelend honden het vinden om alleen te moeten blijven. Dit kan een eigenschap van het ras van de hond zijn: gezelschapshonden vinden het vaak erger om gescheiden te zijn van hun baas dan bijvoorbeeld veehoeders, die gefokt zijn om zelfstandig te werken. Ook binnen rassen zijn er verschillen. Kijk dus altijd naar je hond en hoe deze reageert en stem daar de training op af. Bij de ene hond zal het leren veel sneller gaan dan bij de andere. De hierna volgende opbouw geldt voor honden die nog niet geleerd hebben om alleen te blijven, zoals pups.
Opbouwen
Bij het leren alleen zijn is het heel belangrijk dat je de oefening langzaam opbouwt. Het is namelijk de bedoeling dat de hond het vertrouwen krijgt én houdt dat je altijd terugkomt en dat het niet nodig is om nerveus te worden. Laat je je hond in het begin te lang alleen, dan zal hij zich onrustig gaan voelen en bang worden dat je niet terugkomt. Het vervelende gevoel dat hij dan heeft, zal hij gaan koppelen aan het alleen zijn. Het gevolg is dat hij voortaan steeds als hij alleen moet blijven, ook al is het maar even, dat gevoel weer krijgt. Hij is het vertrouwen kwijt dat je snel weer terugkomt. Dit moet je voorkomen omdat het erg moeilijk is om dat vertrouwen weer terug te krijgen. Je moet dan eigenlijk helemaal opnieuw beginnen met oefenen. Het is dus belangrijk om niet te snel te willen gaan. Je hond en hoe moeilijk die het vindt om alleen te zijn, bepaalt dus eigenlijk het tempo.
Wanneer kun je het beste oefenen?
Het is belangrijk om niet te oefenen met alleen blijven op momenten dat je hond vol energie zit. Een beter moment is als hij wat moe is omdat hij bijvoorbeeld net goed is uitgelaten of moe is van het spelen. Hij zal dan veel sneller rustig blijven liggen op zijn eigen plek.
Zelfstandig maken
Een belangrijke voorbereiding voor het alleen thuis kunnen blijven ervoor te zorgen dat je hond zelfstandig is. Honden die constant in huis achter hun baasje aanlopen, zijn er zo aan gewend dat de baas altijd in de buurt is dat het vaak extra moeilijk is als die even weg moet. Leer de hond dus om ook terwijl je thuis bezig bent, rustig in de kamer of op zijn eigen plek te blijven liggen. Dit oefen je eerst terwijl je in dezelfde kamer bent als je hond. Daarna kun je de kamer zelf ook even verlaten. Geef je hond een kluifje of speeltje zodat hij bezig is terwijl jij kort de kamer verlaat en kom dan weer terug voor hij daarmee klaar is. Als dit goed gaat, kunt je voorzichtig de tijd dat je de kamer uit bent wat opbouwen. Zorg er daarbij voor dat je de tijd niet alleen maar langer maakt maar tussendoor ook eens snel terug komt. Het niet bij je hond zijn wordt op die manier voor je hond natuurlijker. Het gaat er bij horen.
Beneden slapen.
Als je hond benden slaapt en jij boven, lijkt het alsof je hond eigenlijk al gewend is aan het alleen zijn. Maar daar kun je je op verkijken. Ook al gaat het beneden alleen slapen prima, dan kan het toch zijn dat hij overdag moeite heeft met alleen zijn. Het naar bed gaan is voor je hond een hele duidelijke context en veel honden hebben snel in de gaten dat je niet echt weg bent. Bovendien zijn ze dan moe en al snel wennen ze eraan dat dit een dagelijks terugkerend ritueel is. Het is heel anders voor hem als je overdag weg gaat.
Uit huis
Als je je hond rustig een tijdje alleen kunt laten terwijl je ergens anders in huis bent zonder dat hij zich daar druk om maakt, kun je beginnen met oefeningen waarbij je ook echt het huis verlaat. Bouw ook dit voorzichtig op: eerst doe je alleen de voordeur open en weer dicht. Later stap je heel even naar buiten. Maak de tijd dat je weg bent steeds een paar tellen langer. Kun je eenmaal een minuut wegblijven, dan kun je iets grotere stappen gaan nemen.
Geef een ‘zo terug’ teken
Het kan helpen als je op het moment dat je weggaat een vaste, korte zin zegt, bijvoorbeeld: ‘tot straks’. De hond leert dan tijdens de oefening dat als je dat zegt, je weliswaar even weg bent maar ook dat je op tijd weer terug bent.
Twee belangrijke regels
Tijdens de hele training zijn er twee belangrijke dingen om op te letten:
- Kom op tijd terug en maak de tijd dat de hond alleen blijft niet langer dan hij aankan. Dat betekent dat je niet ineens een uur kunt gaan winkelen als je hond pas tien minuten alleen was gebleven in de training. De kans is dan groot dat hij alsnog bang wordt en dan moet je weer helemaal van voor af aan beginnen bij een paar tellen alleen. In zo’n geval is het dus verstandig om een oppas te regelen.
- Bent je toch te lang weggebleven of lukt het even niet en is je hond gaan blaffen, janken of bijvoorbeeld aan de deur aan het krabben, dan mag je op dat moment niet binnenkomen. De hond zou dan namelijk leren dat zijn gedrag succes heeft en voortaan steeds gaan blaffen of krabben als hij wil dat je terugkomt. Wacht tot hij stopt. Eventueel kun je een geluid maken wat hij niet verwacht, en waarvan hij niet weet dat jij het bent, om zijn gedrag te doorbreken (maar niet iets waar hij van schrikt, want dat maakt het alleen zijn nóg vervelender!). Klap bijvoorbeeld in je handen. Pas aIs hij even rustig en stil is, ga je naar binnen. Straf de hond nooit voor zijn gedrag. Hij is nerveus, en als je dit gaat straffen wordt dat alleen maar erger.
Hoe weet je of je hond het vervelend vindt als je weg bent?
Honden die bang zijn om alleen te blijven, zullen vaak blaffen, piepen, plassen of slopen. Maar soms is het geblaf al gestopt omdat je hond je auto de straat in hoort rijden en denk je dat je hond er geen problemen mee heeft, tot je van de buren hoort dat hij tekeer is gegaan. Hoe weet je nu of het goed gaat tijdens het oefenen? Je kunt bijvoorbeeld een voice-recorder aanzetten als je aan het oefenen bent. Zo kun je horen of hij blaft of zachtjes piept. Wat je ook kunt doen is je hond iets lekkers geven en kijken of hij het heeft opgegeten. Een hond die bang is, zal niet eten.
Als je een videocamera hebt, kun je die natuurlijk ook aanzetten en naar het gedrag van je hond kijken. Voor zolang die natuurlijk als filmster wil optreden en in beeld blijft. Gaat je hond rustig liggen? Of ijsbeert hij heen en weer, al hijgend? Hijgen, steeds van positie wisselen (staan, liggen, zitten), niet eten, krabben aan deuren of vloer, slopen, plassen, piepen, janken en blaffen zijn tekenen dat je hond het vervelend vindt om alleen te zijn.
Oorzaken van niet alleen thuis kunnen blijven bij volwassen honden
Als je een volwassen hond hebt die altijd goed alleen kon blijven, kan het gebeuren dat dat plotseling niet meer lukt. Dat kan verschillende oorzaken hebben zoals bijvoorbeeld:
- Je hond hoefde een hele tijd niet alleen thuis te blijven. Toen dit wel weer nodig was, is het niet opnieuw opgebouwd. Je kunt bijvoorbeeld denken aan situaties na vakanties of als je een periode veel thuis gewerkt hebt.
- Je hond heeft iets engs of vervelends meegemaakt toen hij alleen was (bijvoorbeeld onweer).
- Er is een plotselinge verandering van omstandigheden. Bijvoorbeeld als je verhuisd bent.
- Oudere honden kunnen ineens problemen gaan krijgen met het alleen blijven, doordat er veranderingen in de hersenen plaatsvinden (zoals dementie).
Bron: licg.nl
In dit Hondenweetje deze keer de hotspot als onderwerp. Veel mensen hebben er wel eens van gehoord, maar weten eigenlijk niet precies wat het is. En natuurlijk hebben we het vooral over wat je eraan kunt doen. Daarover meer in dit Hondenweetje.
Wat is eigenlijk een hotspot? Een hotspot is een vochtig eczeem dat binnen enkele uren na regelmatig krabben of likken van een huidplek kan ontstaan. De oorzaak van heftige likken of krabben is enorme jeuk. Jeuk kan ontstaan na bijvoorbeeld vlooien- en tekenbeten, met name wanneer de kop van de teek achterblijft.
Hoe ziet en hotspot eruit?
Een paar plaatjes van hotspots om het makkelijker te maken een hotspot bij je eigen hond te herkennen.
Symptomen van hotspot
- de hond gaat flink krabben
- de hond wil soms niet eten en heeft koorts
- bij nadere inspectie ziet je een natte plek in de vacht
- Na het wegscheren van wat haar zie je een vuurrode huid die bovendien bedekt is met een gele etter laag. Dit is een vochtig eczeem dat binnen enkele uren na het krabben/en of likken van een huidplek kan ontstaan.
Overgevoeligheid
Bij een hond die overgevoelig reageert op vlooienbeten (een vlooienallergie) ontstaan na de beet jeukende bultjes. De hond gaat hieraan bijten, likken of krabben. Hierdoor wordt de huid beschadigd. Er ontstaat een vicieuze cirkel: jeuk leidt tot krabben en dat leidt weer tot verdere huidbeschadigingen waardoor een ontsteking met nog meer jeuk (en meer krabben) ontstaat. Hierdoor kan binnen een uureen natte vochtige plek ontstaan onder de haren die alle kenmerken van een ontsteking vertoont; de huid is rood, warm, gezwollen en pijnlijk. Later ontstaat een rode, kale plek waarop een laagje etter gevormd wordt, dat kan indrogen tot een korst. De meest voorkomende plaatsen voor hotspots als gevolg van een vlooieninfectie of -allergie zijn de achterhand van de hond, op het kruis, de staartbasis of op de dijen. Als de hond last heeft van oormijt, is dit met name bij de wangen en op de kop.
Behandeling
Als je een hotspot ontdekt bij je hond, is het belangrijk om meteen actie te ondernemen. Je doet er natuurlijk altijd goed aan om een dierenarts te raadplegen. Het is namelijk belangrijk om er achter te komen wat de oorzaak is van al dat krabben en likken. Door de vacht weg te knippen en/of te scheren krijgt de dierenarts beter zicht op wat er aan de hand kan zijn. Het kan erg lastig zijn om de hotspot te scheren, omdat de plek natuurlijk erg gevoelig is. Soms is de ontsteking zo heftig, dat de toediening van antibiotica noodzakelijk is. Als de oorzaak van de enorme jeuk gevonden is, moet die natuurlijk ook behandeld worden
Voorkomen is beter dan genezen!
Om het ontstaan van hotspots te voorkomen is het natuurlijk goed om in het voorjaar en de voorjaar en zomer aan vlooien- en tekenpreventie te doen. Hou er daarbij wel rekening mee dat bij honden die regelmatig zwemmen de werking van vlooienbestrijdingsmiddelen sneller kan verminderen. Je zult dan vaker een nieuwe vlooien/tekenband moeten gebruiken om je hond goed te beschermen.
Bronnen: medpets.nl / hondenpage.com